25 mei 2023

Het roer moet om!

Op donderdag 25 mei debatteerde de Tweede Kamer over de Staat van de Europese Unie. Daarbij zijn ook de Nederlandse Europarlementariërs uitgenodigd. Naast Roelof Bisschop leverde ook Bert-Jan Ruissen een bijdrage. Zijn inbreng is hieronder te lezen.

One in, one out. Met deze aanlokkelijke slogan beloofde Commissievoorzitter Von der Leyen bij haar aantreden de regeldruk stevig terug te zullen dringen.
Maar wat is er van terecht gekomen? Duizenden pagina’s nieuwe wetgeving zagen het levenslicht. Niet alleen rond de Green Deal, maar ook op terreinen als volksgezondheid en sociaal beleid. En het einde is nog niet in zicht!

Niemand zal ontkennen dat Europa voor grote uitdagingen staat. Maar ik vraag u: moet dit het automatische antwoord zijn, de reflex oplossing voor alle kwalen? Nog meer Brusselse wetgeving? Nog meer grip van de EU op burgers en bedrijven? Nog minder speelruimte voor lidstaten voor eigen beleidskeuzes?

Het roer moet om. Daar ben ik echt van overtuigd! Het is tijd voor een ander Europa dat de autonomie van lidstaten zoveel mogelijk respecteert. En dat kan ook. De praktijk leert dat er ook via intergouvernementele samenwerking veel te bereiken is.

Inmiddels begeeft de EU zich zelfs op het terrein van huwelijk en gezin, met voorstellen voor een Europees ouderschapscertificaat. Onaanvaardbaar. Familiebeleid is een exclusieve bevoegdheid van de lidstaten, en dat moet zo blijven.

Met de huidige Commissie is er nog iets anders aan de hand. Ze put zich niet alleen uit in het maken van nieuwe wetgeving. Ze blijkt er ook een duidelijke eigen agenda op na te houden en die aan de lidstaten op te leggen. Een agenda die verder gaat dan wat Europees is voorgeschreven. We zagen dat bijvoorbeeld bij de recente brief van de Europese Commissie over stikstof maar ook bij het actieplan over de bodemberoerende visserij. De Commissie behoort hoeder te zijn van het Verdrag, maar ze werpt zich meer en meer op als hoeder van haar eigen agenda. Institutioneel is dit natuurlijk zeer aanvechtbaar. Het is wel goed om ons daarvan bewust te zijn. Lidstaten hebben vaak meer speelruimte dan wordt voorgespiegeld. Maak daar gebruik van!

Ruimte is er ook bij de besteding van de Europese gelden. Maar ja, dan moeten natuurlijk wel de juiste keuzes worden gemaakt. In het geval van de BAR gelden, heb ik daar mijn twijfels over. Gelden die primair zijn bedoeld om de visserij en andere ondernemers te compenseren voor de Brexit, blijkt Nederland over te hevelen naar RepowerEU. Ik vind dat niet uit te leggen.

Op het vlak van financieel beheer van de Europese fondsen valt er nog veel te verbeteren. Met name bij het Recovery and Resilience Fund. Het minste wat we hier kunnen vragen is openbaarmaking van de eindbegunstigden, zoals dat ook bij andere fondsen gebeurt. Mede op mijn initiatief maakt het Europees Parlement zich daar nu sterk voor. Ik hoop dat ik hierbij op uw steun mag rekenen.

De roep om herziening, lees verhoging, van het Meerjarig Financieel Kader wordt steeds luider. Ik ben tegen de neiging tot een steeds grotere EU-begroting. Evenals het versoepelen van het Stabiliteits- en Groeipact waar nu een voorstel voor is gedaan. Ik roep het Kabinet op om Duitsland hierin te volgen en een veel kritischere houding aan te namen. Want bij een bescheiden EU hoort ook een bescheiden begroting.

Daarom hoop ik dat Nederland ons steunt in ons pleidooi voor een ander Europa. Een Europa dat zich concentreert op haar kerntaken. Niet overheersend, maar dienend. Als die keuze wordt gemaakt, weet ik zeker dat de ‘one in, one out’ aanpak alsnog een succes kan worden.

Lees hier de bijdrage van Roelof Bisschop aan het debat.