27 juni 2023

EU-plan Natuurherstel halt toegeroepen

Goed nieuws voor Nederland. Dat is de reactie van SGP -Europarlementslid Bert-Jan Ruissen op de afwijzing van het EU-wetsvoorstel Natuurherstel dinsdag in de Europarlementscommissie voor Milieu.

"De SGP is voor natuur, maar niet voor dit wetsvoorstel. Deze verordening vertoont groene tunnelvisie: te star, te eenzijdig en te ingrijpend", aldus Ruissen, die totaal vier keer tegen het voorstel stemde (na eerdere stemmingen in de Europarlementscommissies Landbouw, Visserij en Milieu).

De afwijzing is nog zelden vertoond in het Europees Parlement. Dit betekent dat het plenaire voltallige Europarlement half juli spreekt over de verwerping van het voorstel.  "Het is nu aan het voltallige Europarlement en de EU-landen om de rug recht te houden," aldus Ruissen.

"Als dit wetsvoorstel toch doorgaat, gaan ook gebieden buiten Natura2000 op slot. Natuur krijgt dan steeds voorrang boven andere behoeften zoals woningnood, voedselproductie en zelfs de energietransitie. Het is onmogelijk alle soorten te herstellen in regio’s waar ze tot zeventig jaar terug leefden, zoals dit voorstel beoogt."  

Timmermans 

"Het moet EU-commissaris Timmermans toch zwaar te denken geven dat zijn wetsvoorstel slechts met zoveel moeite de wetgevingsprocedure strompelt, zelfs na zijn zware politieke druk op sommige Europarlementsleden."

Ruissen wijst erop dat er al stevige wetgeving is voor natuurherstel: de Habitatrichtlijn. Bovendien is de natuur al bezig zichzelf te herstellen. Zelfs in het dichtbevolkte Nederland is de oppervlakte bos en open natuur de afgelopen jaren licht gegroeid (zie CBS).

Europa is de voorbije 100 jaar een stuk groener geworden, volgens onderzoek van WUR. Vooral het bos is toegenomen, zie voor een kaart: http://www.geo-informatie.nl/fuchs003/. Veel dier- en plantensoorten doen het momenteel gewoon goed. Dit rapport van Henri Prins, oud-WUR onderzoeker, onderzocht 521 soorten. Deze soorten zijn geselecteerd, omdat zij volgens de habitatprofielbeschrijvingen kenmerkend zijn voor één of meer habitattypen. Van iedere soort is bepaald of deze vanaf de eeuwwisseling qua verspreiding is toegenomen, stabiel gebleven of is afgenomen. Geen van de soorten is de afgelopen twintig jaar verdwenen, slechts 12 procent ging achteruit, 39 procent bleef stabiel, 43 procent nam toe en er keerden vier (van de elf) soorten terug die voor 2000 verdwenen waren.