SGP verlangt verbeterplan Europese Commissie voor exploderende foutenpercentages cohesiefondsen

Straatsburg - ‘De tijd van pappen en nathouden is voorbij. De Europese Commissie moet met een overtuigend verbeterplan komen vanwege het te hoge foutenpercentage bij de besteding van EU-fondsen door de lidstaten. Ook de fors gestegen EU-schuldenlast, deels veroorzaakt door het coronaherstelfonds, moet echt omlaag.’ Zo reageert SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen op het jaarverslag van de Europese Rekenkamer waaruit blijkt dat de Rekenkamer opnieuw de EU-uitgaven afkeurt.

De Europese Rekenkamer heeft berekend dat het foutenpercentage over het totaal van de uitgaven is gestegen van 4,2% in 2022 naar 5,6% in 2023. Deze stijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het foutenpercentage bij de cohesiefondsen naar 9,3% (2022: 6,4%). Ruissen: ‘Als ik dit soort cijfers zie duizelt het me. Ik realiseer me dat iedere fout nog geen fraude is. Het kan ook om administratieve onvolkomenheden gaan, maar dergelijke percentages vind ik onaanvaardbaar.’

Belangrijk onderdeel van het verbeterplan moet wat Ruissen betreft zijn: het opschorten van betalingen en het opleggen van sancties aan lidstaten. Ruissen: ‘de Commissie stelt zich momenteel veel te coulant op. Dit kan niet langer zo. Het gaat om geld van de belastingbetaler.’ Ook moet wat de SGP’er betreft de Commissie er veel beter op toezien dat foute betalingen daadwerkelijk worden teruggehaald bij de eindbegunstigden. De Europese Rekenkamer ontdekte dat de Commissie dat bij de cohesiefondsen namelijk helemaal niet bijhoudt.

De Europese Commissie is in 2021 flinke schulden aangegaan voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De uitstaande schulden van de EU zijn in 2023 gestegen met 110,5 miljard euro naar 485,5 miljard euro. De SGP pleit ervoor dat nog niet bestede middelen uit het fonds niet worden uitgegeven aan de geplande maatregelen, maar worden gebruikt voor versnelde aflossing van de schuld. De Rekenkamer legt ook de vinger bij het gebrek aan meetbare doelstellingen van dit fonds. Bovendien zijn er grote tekortkomingen in de verantwoording. Ruissen: ‘Zeer kwalijk. Hier gaan miljarden in om en we hebben geen idee waar het geld terecht komt.’

Ruissen, die sinds kort ook plaatsvervangend lid is van de begrotingscontrolecommissie, stelt zich op het standpunt dat het Parlement geen goedkeuring kan verlenen, zolang de Commissie en lidstaten niet met een serieus verbeterplan komen.